
Echter…
Pak voor de aardigheid morgen bij het ontbijt eens een pak melk of hagelslag en lees de teksten die daarop staan. Tien tegen een dat u een taalfout vindt. Dat wil zeggen, als u geboren bent voor 1980, want het onderwijs heeft het vak Nederlands rond die tijd in de uitverkoop gedaan. Taalfouten op een verpakking! Ik zou me als bureau diep schamen. Nou ja, of niet. Als de klant de fout niet ziet, waarom zou je je dan druk maken?
De nieuwste fout, die collectief lijkt te zijn afgesproken, betreft het gebruik van het woordje ‘echter’ aan het begin van een zin. Dit is de juiste wijze:
Echter, wij kunnen niet garanderen dat de reparatie binnen vijf werkdagen zal worden uitgevoerd.
Maar de laatste twee jaar duikt overal opeens deze variant op:
Echter kunnen wij niet garanderen dat de reparatie binnen vijf werkdagen zal worden uitgevoerd.
“wat eigenlijk fout is heet opeens ‘niet voor iedereen aanvaardbaar”
Dat is natuurlijk fout, maar de Taalunie geeft deze constructie inmiddels de status ‘onduidelijk’. Want, zo lijkt de redenering, als iedereen die fout consequent maakt is het weer goed. Je ziet dat ook bij ‘groter als’. Ook dat is tenenkrommend fout maar inmiddels flink ingeburgerd. Dus wat schrijft de Taalunie?
“In de praktijk wordt ook na een vergrotende trap of na ander(e) of anders vaak als in plaats van dan gebruikt, zeker in de spreektaal. Toch zijn combinaties zoals groter als, liever als, anders als niet voor iedereen aanvaardbaar. In verzorgde spreek- en schrijftaal is het aan te raden om groter dan, liever dan, anders dan enzovoort te gebruiken.”
Kortom, wat eigenlijk fout is heet opeens ‘niet voor iedereen aanvaardbaar’. De Taalunie is een typische polderinstantie die graag iedereen te vriend houdt. Zo’n ‘moet kunnen’-cultuurtje. En een taal leeft uiteindelijk. Ik dacht lange tijd dat al die fouten mij voldoende werk zouden gaan opleveren. Maar het tegendeel is waar. Wie heeft in deze tijd een tekstschrijver nodig als je met elke fout wegkomt en daarbij de Taalunie aan je zijde hebt? Helemaal niemand! Tekstschrijven is een ambacht aan het worden. Binnenkort sta ik naast de klompenmaker en de ijzersmid op braderieën in het land. “Mam kijk, een heuse tekstschrijver! Mag ik voor vijf euro mijn naam goed gespeld op een briefje? Please?”
Nee, ik pas me liever aan. Want de vraag naar teksten is er heus nog wel maar het heet tegenwoordig alleen anders. ‘Content’, dat is de nieuwe hype. Koot Communicatie heet daarom binnenkort Koot Content. Oude wijn in nieuwe zakken. Ik kom uit de IT en daar hebben ze dat uitgevonden. Werkt altijd. Koot Content. Bekt lekker trouwens. Maar of ik er nou ook echt content van word….
Ruud Koot