
Branchevervaging
Laatst gehoord in de rij bij de HEMA: “2 rookworsten, 3 onderbroeken en 1 testament. Dat is dan €135 alstublieft.” Mijn gedachten – en sympathie – gingen uit naar de notarissen hier uit de buurt. Hadden zij ooit kunnen bedenken dat ze concurrentie van de HEMA zouden krijgen? Dat zoiets complex als een testament in het schap zou komen te liggen naast de Jip & Janneke broodtrommeltjes? Ik zou me kapot schrikken als notaris. Niet dat ik daar nou snel medelijden mee heb, maar tussen €200 per uur en €125 voor een compleet testament ligt toch wel een gapend gat.
Zijn deze branchevervagende ontwikkelingen slecht? Niet noodzakelijk. Er zit een gemakscomponent in en we hebben tegenwoordig weinig tijd. Dus het is aantrekkelijk. En dat geldt ook voor de prijs die heel laag is. Maar kan de HEMA dezelfde kwaliteit leveren als een notaris die er jaren voor heeft gestudeerd? Ik vrees van niet. Een juridisch document is maatwerk en vereist dus verdieping in de klant. Daarin schuilt een groot gevaar. Er wordt met de aanbieding van de HEMA, gesuggereerd dat notarissen eigenlijk niet nodig zijn en dat je een testament eigenlijk net zo goed bij de HEMA kunt halen. Maar is dat zo? Kan een buurtsuper dezelfde sushikwaliteit bieden als een speciaalzaak? Ik denk het niet, want de logistiek in de supermarkt is immers anders. Het begrip ‘vers’ is bij een supermarkt rekbaarder. Daar is de uiterste verkoopdatum de norm, bij de visboer niet. Daarom scoort haring bij supermarkten ook altijd zo slecht in de jaarlijkse haringtest. De visboer heeft ECHT verse vis die net van de afslag meteen zijn vitrine ingaat. De vis bij de supermarkt legt een langere weg af.
“De vraag is: zijn we bereid te betalen voor het verschil in kwaliteit. Of beter: herkennen we kwaliteit nog wel?”
Ook daar twijfel ik wel eens aan. De supermarkt verkoopt nog steeds slechte haring dus die smaak wordt door de consument geaccepteerd. Hetzelfde geldt voor producten van de Action, een onderneming die het erg goed doet. Zo goed dat zelfs de HEMA daar last van heeft en opeens als ‘te duur’ wordt gezien. Terwijl die producten waarschijnlijk wat beter zijn. Dus moet de HEMA de prijzen verlagen en bezuinigen op bijvoorbeeld het personeel. Of de kwaliteitseisen laten vieren…. Zo schiet de HEMA zichzelf een beetje in eigen voet en gaat de spiraal steeds verder omlaag. Tenzij we de kleine detaillist weer leren waarderen en bereid zijn te betalen voor wat echt goed is. De kaasboer, de sushispecialist en de schoenmaker, die ook gewoon bij zijn leest blijft en geen rookworsten in het assortiment heeft. Kwaliteit heeft een prijs. Zo blijft er iets te kiezen. Tenzij we genoegen nemen met minder.
Martijn Hassink